Tijdens het panelgesprek ontstond een levendige discussie. Een aantal vragen en antwoorden hebben we op een rij gezet:
1. Hoe ga je om met netcongestie bij de ontwikkeling van zonne-energie projecten?
Netcongestie vormt een steeds grotere uitdaging naarmate het aanbod van hernieuwbare energie groeit, vooral in regio's waar het elektriciteitsnetwerk al bijna op zijn maximale capaciteit zit. Het proces kan dus vastlopen wanneer er onvoldoende ruimte is om de opgewekte energie van zonnepanelen via het net te transporteren naar waar het nodig is. Om dit probleem het hoofd te bieden, is het belangrijk dat er proactief wordt gewerkt aan het informeren van bedrijven en particulieren over de beschikbare ruimte op het net. Zo is de focus van het Zonloket Zeeland breder dan enkel de opwekking van zonne-energie; het richt zich nu ook op de integratie van zonne-energie in het gehele energiesysteem. Dit betekent dat niet alleen de productie van zonne-energie belangrijk is, maar ook hoe de energie wordt opgeslagen, getransporteerd en gebruikt. Verder kwam ter sprake dat in gevallen waar de gelijktijdigheid van opwekking en verbruik hoog ligt (bijvoorbeeld 70% van de tijd) de businesscase voor zonne-energie vaak nog steeds goed is. Netcongestie heeft in deze gevallen minder invloed op de haalbaarheid van het project. Het lokaal gebruiken van opgewekte energie (en eigen verbruik) is dus een belangrijk onderdeel van het energiesysteem van de toekomst.
Lees meer over netcongestie op: Netcongestie | Helpdesk Zonopwek(opent in een nieuw venster)
2. Hoe ga je om met daken die niet geschikt zijn voor zonnepanelen?
Niet elk dak is geschikt voor zonnepanelen, vanwege bijvoorbeeld de monumentale status van een gebouw, het soort dak, of andere structurele beperkingen. Er zijn verschillende oplossingen om dit probleem op te lossen. Zo kunnen lichtgewicht draagconstructies of lichtgewicht zonnepanelen worden ingezet. Dat betekent dat zelfs daken die normaal gesproken niet geschikt zouden zijn, nu alsnog zonnepanelen kunnen dragen. Deze technologieën zijn vaak wel duurder dan de traditionele systemen. Om deze kosten te verlagen, zijn er op lokaal niveau subsidies en stimuleringsregelingen beschikbaar, die kunnen helpen bij het maken van de keuze om alsnog zonnepanelen te installeren. Ook binnen de SDE++-regeling wordt er sinds 2024 rekening gehouden met (kleine) dakaanpassingen om zonne-energie mogelijk te maken.
Lees meer over lichte dakconstructies voor zonnepanelen op: Lichte dakconstructies voor zonnepanelen(opent in een nieuw venster)
3. Moet er meer worden ingezet op een verplichting voor zonne-energie?
De discussie of er meer nadruk gelegd moet worden op verplichtingen in plaats van vrijwillige deelname aan zonne-energieprojecten is complex. De Europese Unie heeft al wetgeving geïntroduceerd die verplicht stelt dat er bij de bouw van nieuwbouwwoningen zonnepanelen moeten worden geïnstalleerd (EPBD, de Energy Performance of Buildings Directive). Dit is een nieuwe stap in het verder uitbreiden van zonne-energie. Er is echter ook veel discussie over het gebruik van de zogenaamde ‘stok’- en ‘wortel’-methoden. De ‘stok’ kan resulteren in weerstand bij bedrijven en particulieren, terwijl de ‘wortel’ meer focust op het stimuleren en faciliteren van zonne-energie door voordelen en ontzorging te bieden. Samenwerking tussen de verschillende bevoegd gezaghebbende instanties is hierbij belangrijk, zodat beleid niet ‘tegen elkaar inwerkt’.
Lees meer over de EPBD op: Eisen energieprestatie van gebouwen - EPBD III(opent in een nieuw venster)
4. Hoe ga je om met rechtvaardigheid in de uitkering van winsten binnen een energiecoöperatie?
Bij coöperatieve zonne-energieprojecten is er meestal geen mogelijkheid om onderscheid te maken in wie zich aanmeldt. Dit betekent dat mensen die zich aanmelden voor zonne-energieprojecten kunnen profiteren van de voordelen, zelfs als ze niet per se de grootste financiële behoefte hebben. Het doel is vaak om energie lokaal voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar te stellen, ongeacht hun financiële situatie. Het is echter belangrijk om te zorgen dat een coöperatie eerlijk en transparant blijft, zodat deelnemers daadwerkelijk profiteren van de voordelen die het met zich meebrengt.
Meer informatie